Onze vereniging ziet in 1911 het levenslicht als “Tooneelbond Vreugd in Deugd”. Eén van de oprichters en eerste voorzitter is dokter Emiel Rubbens. Eén van de verbindingsstraten tussen de Stokstraat en de Poortendriesstraat in Lede is naar hem genoemd.
Het jaar 1913 is belangrijk voor de vereniging. In dat jaar wordt de bouw beëindigd van "de Patronage" die later de Volkskring zal worden. Tot 2009 was deze plek de vaste thuishaven van Vreugd in Deugd, en dit niet alleen voor de voorstellingen, maar ook voor heel wat repetities.
In 1926 overlijdt voorzitter dokter Emiel Rubbens onverwacht. Zijn zoon Tony Rubbens, die recent afstudeerde als dokter en verder studeerde in Parijs, keert terug naar Lede en neemt de praktijk van zijn vader over. Hij wordt gevraagd het voorzitterschap op te nemen en aanvaardt. Hij blijft voorzitter tot wanneer hijzelf zijn ontslag aanvraagt in 1964. Hij blijft de vereniging volgen als erevoorzitter en overlijdt in 1967.
De eerste 40 jaar stonden enkel mannen op de planken. In 1951 kwam daar verandering in en mochten ook vrouwen meespelen. Er werden sindsdien geen stukken meer gespeeld zonder vrouwelijke acteurs. Wel waren er enkele stukken met enkel vrouwen op de planken. Vanaf 1952 worden er ook onafgebroken twee producties per jaar gebracht met vanaf dan telkens minstens twee voorstellingen per productie. Tevens werd een abonnementsformule ingevoerd. Een abonnement kostte toen 50 frank.
In 1961, de vereniging viert dan zijn 50-jarig jubileum, start men met een tijdschrift “Achter de Schermen” voor leden en abonnees. Het tijdschrift bestaat nog steeds alhoewel de lay-out meermaals grondig werd aangepakt en de omslag wijzigde in 1981 en in 2016.
Op 9 mei 1968 kreeg de vereniging de officiële toelating om de titel Koninklijke Maatschappij te voeren.
Sindsdien heet de vereniging voluit Koninklijke Toneelkring Vreugd in Deugd, maar dit wordt regelmatig afgekort tot Vreugd in Deugd of nog VID.
In 1964 wordt Jozef Nijs voorzitter. Hij blijft dat tot 1980. Na hem wordt de voorzitter aangeduid via 4-jaarlijkse verkiezingen. Volgende personen waren na hem voorzitter: Emiel Bosman (1980-1984), Aimé Lanckman (1984-1992), Walter Temmerman (1992-1996), Jan De Cremer (1996-2004) en Kris Vereecken (2004-2016). Sinds 2016 is Christof De Pauw voorzitter.
Foto van 5 voorzitters van links naar rechts in chronologische volgorde gemaakt ter gelegenheid van 100 jaar VID in 1911
In 1974 brengt Vreugd in Deugd “Een schuenmoeder uit de duzend”. Volgens de archieven de productie met de hoogste publieke opkomst tot nog toe: 1.347 toeschouwers. Hiervoor was een extra derde voorstelling nodig. Iets wat vanaf 1983 een gewoonte wordt. De publieke belangstelling voor toneel is op dat moment groot genoeg geworden. Dit blijkt ook uit de hoge bezoekersaantallen uit deze periode van regelmatig meer dan 1.000 toeschouwers.
In 1986 viert Vreugd in Deugd zijn 75-jarig bestaan. Het logo met de twee gezichten dat op de vlag prijkt krijgt vanaf dan een lauwerkrans en een boven- en onderschrift.
In 2009 verlaat VID noodgedwongen de Volkskring en vindt voor zijn voorstellingen tijdelijk onderdak in Intermezzo iets verderop in de Kasteeldreef. De geplande afbraak van de oude Volkskring wordt uitgesteld tot begin 2011 en in oktober 2012 wordt op dezelfde locatie GC De Volkskring geopend. Vanaf maart 2013 verhuizen de voorstellingen terug naar deze zaal.
In 2011 wordt het 100-jarig bestaan gevierd met de uitgave van een jubileumboek en een overzichtstentoonstelling. Samen met vier andere jubilerende verenigingen lanceert VID ook een bier: “Hovaardig Boerke”. Dit bier wordt nog steeds geschonken bij onze voorstellingen.
Meer over de geschiedenis van onze vereniging, de gebrachte producties en de medewerkers kan je ontdekken in ons jubileumboek “Dank u voor het applaus”.
De laatste jaren stijgt het aantal bezoekers tot 600 à 700 per productie met in 2015 een uitschieter met “Die zomer van 1914” een stuk over de Eerste Wereldoorlog met 46 personen op de planken en nog eens 3 als begeleiding vanuit de zaal (23 sprekende rollen, 10 figuranten, 10 muzikanten en 6 danseressen), 4 voorstellingen en 967 toeschouwers. De regisseur van deze productie: Fons Vinck, is trouwens dezelfde als bij het publiekssucces uit 1974.